Frankrijk, het land van stokbrood en zachte kaas. Ik persoonlijk krijg er geen genoeg van. Een stokbrood is een baguette en een groot stokbrood noemen ze pain in de meeste streken, maar het is eigenlijk een flûte. Alles is er groter en hoger en dikker. De echte Fransman/vrouw rijdt in een Peugeot of Renault en garages voor die merken zijn ruimschoots aanwezig. Na 2 weken in de Dordogne te hebben vertoeft heb ik af en toe mijn ogen uitgekeken, op een parkeerterrein waar we, iets voor openingstijd van de Lidl, op het parkeerterrein stonden te wachten hebben we een tijdje rondgeloerd. Je kon er bij een onbemande pomp benzine of diesel tanken. Niks overdekt of betaalhokje. Gewoon een pomp en een paslezer. Klaar. Idem voor de autowasserette. Geen gebouw er omheen of iemand die de kaartjes verkoopt. Paslezer en een keuzeknop en klaar is kees. Op het zelfde terrein een enorme wasmachine en droger. Paslezer erbij en wassen maar, 16 kilo in 1 keer. Dit is dan wel op het platteland in de Dordogne waar het waarschijnlijk nooit vriest.
Brandstof voor de auto is ongeveer net zo duur als in Nerderland met dit grote verschil dat er geen motorrijtuigenbelasting apart hoeft te worden betaalt, die zit bij de prijs van de brandstof in en daarnaast kennen ze tolwegen. Per saldo een beter systeem dan in Holland. Je ziet er vooral dieselauto's rijden. In de bergen een logische keuze; bij lage toeren meer power.
De zon schijnt er vaker en harder. De wijn haal je bij de buurman of iemand in de regio.
Op de parkeerplaats van hierboven troffen we een bijzonder Fransman; hij sloot zijn auto af en deed daarna een tasje tussen zijn tanden. Wij dachten dat hij zijn handen even vrij wilde hebben om iets anders te doen maar dat tasje bleef zijn hele toch door de winkel tussen zijn tanden zitten. Of het zat klem of ... Het was een mal gezicht en de man keer erbij alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Omdat ook hij te vroeg bij de winkel was stond hij pontificaal voor de winkeldeuren geposteerd met links en recht Fransozen die af en toe met een schuin oogje naar hem keken.
In het buitenzwembad was de badmeester degene die met enige regelmaat iedereen op deed kijken en vervolgens het zwembad liet afspeuren wie er nu weer de klos was. Hij floot dan keihard op zijn vingers en zodra de overtreder naar hem keek was werd je met gebaren duidelijk gemaakt wat je fout deed. Je mocht niet op schoeisel rondlopen, balletjes en ander speeltuig was niet toegestaan. Ouders met jonge kinderen in een zwembadje gingen teleurgesteld naar het pierebadje. Elkaar erin duwen leverde een fluitsignaal op.
Pinda's eten leverde mij een reprimande op. Ik probeerde eerst nog net te doen alsof ik geen woord Engels of Frans verstond maar hij liet zicht niet om de tuin leiden, wees op de pinda's en schudde daarbij met zijn hoofd. Hij probeerde het eerst zo:No peanuts, waarop ik boos reageerde, no penis. Een meewarige blik was de respons en even leek hij uit het lood geslagen. Ik ben later even naar hem toegegaan om mijn excuses aan te bieden en heb nog even leuk in het Engels met hem gekletst. Bij het zwembad mocht je alleen water drinken, er waren dan ook praktisch geen insecten te zien bij het zwembad.
Ach als je de spelregels 1 keer wist was het er prima toeven met het terras dichtbij. Typisch was de claim op ligstoelen van mensen die 's morgens een stokbroodje kochten, een handdoek op een ligstoel gooiden en dan om 1 uur in de middag kwamen zwemmen. Badmeesters die dat doorhadden haalden net zo makkelijk de doeken er af en gaven de ligstoelen weer vrij. Leuk waren de verontwaardigde gezichten van de mensen als ze arriveerden.
Ook groots zijn de insecten en dan met name het vliegend hert. Bij terugkomst van een eindje wandelen zat er een binnen. Een exemplaar van 7 centimeter. Toen ie begon te vliegen bonsde het hart in mijn keel en ik zocht gelijk naar een verdedigingswapen. Er lag een broodmes en steakmes binnen handbereik maar daarmee maakte ik geen schijn van kans. Het geluid van het vliegend hert klonk mij als een helicopter in de oren en het zweet brak me uit. Ramen en deuren open gezet maar daar had het beest geen vleugels naar. Hij (het was een mannetje) bleef in de hoek rondcirkelen. Met een klap met de ouderwetse vliegenmepper raakte ie even uit balans maar leek daarna na meer herrie te maken. Bij de volgende mep kwam ie op de tafel te liggen en na nog 3 meppen was ie roerloos. Het beest nog eens goed bekeken en toen in een dubbel plastic zakje gedaan en in een la gelegd. 2 dagen later lag er in een schaal onder de la nog een dood vliegend hert. Verbazingwekkend eigenlijk. Verder niet naar om gekeken tot ik 2 dagen later ontdenkte dat het beest uit mijn plastic zakjes was verdwenen. Daar waren 2 gaten in te zien waar hij zichzelf door naar buiten had gebeten in waarschijnlijk zijn laatste strijd om leven. Eenmaal in de la is hij verder gekropen en achterin over de rand naar beneden gevallen in een glazen schaal waar hij uiteindelijk een heldendood stierf. Het beest ligt nu te pronken in ons rariteitenkabinet waar onder andere wat skeletten van muizen, kikkers, Noorse stormvogels en bunzing liggen mooi te wezen.
Het autorijden in de bergen vind ik erg leuk om te doen. Je moet alert zijn en het meeste leer je als je een poosje achter een lokale rijder gaat hangen. Je weet dan precies waar je moet remmen en waar gas bij geven. Ik vond het dan ook absoluut geen straf om een uurtje te moeten rijden. Op een ritje naar de La Dordogne moest ik even keren en draaide de auto daarbij half een parkeerterrein op. Ik kijk achterom om achteruit te gaan rijden staat daar opeens een fransman met zijn 309 die een ram op zijn claxon geeft en dat 3 tellen achter elkaar. Ik schrok enorm en mijn eerste reactie was verontwaardiging. Kom op, ik wil even keren, doe niet zo moeilijk, toen de man vreemde gebaren naar me maakte vloog per ongeluk mijn vinger omhoog en laat het nu met mijn middelvinger zijn. Ik reed weg en zag dat de man achter me aan kwam. Mijn wederhelft had me het liefst de auto uitgezet maar ja ik zat achter het stuur. Na 2 rotondes ging de man onder luid getoeter weer terug. Toen we later stopten en de rest even uit de auto ging kwamen we erachter dat 2 van mijn boys die achterin zaten mijn middelvingervoorbeeld maar gevolgd hadden en de Fransman dus tegen 3 middelvingers had aangekeken. Geen wonder dat ie een beetje uit zijn doen was. Dit schoolvoorbeeld van een slecht voorbeeld noopte mij met de billen bloot te gaan en de aanwezigen in de auto uit te leggen dat ik verkeerd zat en helemaal geen gebaren had moeten maken. Achteraf konden we er ook nog wel om lachen en hebben we ons proberen voor te stellen hoe het voor de Fransman geweest was.
Ik had er best nog een paar weken willen blijven en ben erg blij dit ik weer sinds lange tijd een goede vakantie heb gehad waarbij ik geen lichamelijke hinder heb ondervonden van welke aard dan ook. Onze chalet stond op een berg en het was dagelijks een sport om weer omhoog te komen. Soms 7 keer op een dag. Wel vermoeiend maar het lukte toch telkens weer en dat waren voor mij kleine overwinningen. Viva la France.